Een waardig alternatief voor het pijporgel - artikel

Een waardig alternatief voor het pijporgel

 

Pijporgels zijn van oudsher de ‘echte’ orgels en zo worden ze door velen heden ten dage ook gezien. Op de klanken van het authentieke pijporgel hebben alle gerenommeerde orgelfabrikanten de oren en ogen gericht bij de ontwikkeling en bouw van de elektronische orgels.

Ooit begonnen met de analoge techniek, inmiddels al weer enkele decennia lang orgels waar de klank digitaal tot stand komt. Vanaf 2008 kwamen de eerste Hauptwerkorgels op het toneel. Ook wel virtuele pijporgels genoemd.

Wanneer de aanschaf van een nieuw pijporgel, om welke reden dan ook, niet haalbaar of wenselijk is, zijn er tegenwoordig uitstekende alternatieven op de markt.

 

Johannus Ecclesia, Driestar College Lekkerkerk

 

 

Digitale kerkorgels

Wanneer een orgelbouwer begint aan de bouw van een pijporgel komt daar veel bij kijken. Eén van die dingen is de klank/klankkleur van het te bouwen orgel. Soms is dat een kopie van een historisch orgel, maar we kunnen wel zeggen dat iedere orgelbouwer zijn ‘eigen’ klankkleur heeft.

 

De intonateur is verantwoordelijk voor de klank van het orgel. Hij heeft tal van mogelijkheden om de klank en de sterkte van een register te krijgen tot wat het moet zijn.

Zo heeft hij bij de zogenoemde ‘labialen’ de keuze uit verschillende materialen. Houten pijpwerk geeft een andere klank dan pijpen van orgelmetaal. Of wanneer hij kiest voor een andere maatvoering, heeft dit ook invloed op de klank.

Bij tongwerken, zoals bijvoorbeeld de trompet, wordt de klank weer op een heel andere manier opgewekt. Wanneer er lucht langs de ‘tong’ begint te stromen, wordt deze in trilling gebracht. De zogenoemde beker die hier bovenop staat zorgt voor een klinkende gewenste stabiele toon. De vorm van de beker bepaald dan ook grotendeels het karakter van het tongwerk.

De ‘digitale’ intonateur kan op een vergelijkbare manier de stemmen afzonderlijk intoneren.

 

Wanneer er een aanvraag voor een kerkorgel binnenkomt bij Stolk Orgels is één van de belangrijkste  zaken een gewenst(e) karakter en/of klankkleur in kaart te brengen van het nieuw te leveren orgel.

Een tweede belangrijk punt is de versterking. Een valkuil kan zijn om daarop te bezuinigen. “Het is toch niet nodig dat de versterking meer kost dan het orgel zelf?” Soms wel, maar dat hangt van de situatie af.

Zoals bij het pijporgel de klank uit allerlei pijpen, op verschillende plaatsen in het orgel, vandaan komt is het ook wenselijk om de sprekende registers te spreiden over verschillende speakers.

Virtueel gezien heeft de ‘digitale’ intonateur de mogelijkheid om het klankbeeld zo op te bouwen als het in een pijporgel wordt gerealiseerd.

 

De huidige digitale techniek maakt het dus mogelijk om de klank van het ‘oude vertrouwde’ pijporgel zodanig te benaderen dat het gros van de luisteraars het verschil niet meer zal horen.

 

Hauptwerkorgel in de kerk

Een heel andere techniek is het virtuele pijporgel. Hierbij wordt gebruik gemaakt van opnames van gerenommeerde pijporgels. Deze orgels worden pijp voor pijp opgenomen. Als het ware heb je dan een kopie van een pijporgel dat tot klinken komt via een speeltafel met daarin een krachtige computer. Ook wordt er wel gebruik gemaakt van een mix van orgels.

 

De Hauptwerk orgels, die in de huiskamer bespeeld worden, hebben vaak 3 klavieren en veel registers. Als we dit vertalen naar een kerk, is zo’n orgel geschikt voor een grote kerk of kathedraal. Voor een goed uitgebalanceerde- en klinkende Hauptwerk installatie in een kerkzaal is het van belang dat de grootte van het virtuele orgel afgestemd is op de situatie.

Met beide opties zijn prachtige kerkorgel installaties te realiseren. Wilt u meer weten over onze kerkorgeloplossingen? We komen graag met u in gesprek.

 

Content Cambiare 323 extern

Onderhoud & reparatie

Verhuur

Referenties